De tuin is een onmisbaar onderdeel van een écht kasteel! Deze tuin heeft door de eeuwen heen net zoveel gedaanten gehad als er tuintrends zijn geweest.
Hoe die tuinen eruit zagen? Dat weten we helaas pas vanaf de zeventiende eeuw. Kijk maar naar het schilderij op het scherm. Typisch voor die tijd: een ‘symmetrische’ tuin, met twee gelijke helften, rechte wandelpaden en op de kruispunten witmarmeren beelden.
Begin négentiende eeuw woonde hier de familie Speelman, die een parkachtige tuin liet aanleggen, met golvende lijnen, vijvers en treurwilgen. Geen plekje was er symmetrisch. Dat vonden de mensen toen mooi – en heel romantisch. De plattegrond van de parktuin zie je op het scherm.
Toen baron André Kasteel Heeswijk kocht in 1835, liet hij het parkje weer veranderen in een rechte tuin. Dit keer met een tuinmuur die oud moest lijken in de Hollandse stijl van de zestiende eeuw, met lagen rood en wit steen en zelfs nep-schietgaten erin. Tegen de zonkant van de muur groeiden fruitbomen en -struiken.
Ruim 100 jaar later, in 1949, mochten baron Willem en barones Albertine in het Koetshuis wonen. Pal naast de tuin dus. Die was toen nogal verwaarloosd, maar gelukkig had de baron al een ontwerp liggen van de tuinarchitect Copijn. En wat denk je? Copijn ontwierp weer zo’n ‘Oudhollandse tuin’ als op het zeventiende-eeuwse schilderij: aan twee kanten gelijk, symmetrisch dus, met rechte paden langs grasvelden. En bloembedden, voor Albertine die graag tuinierde. Tussen de hagen staan witte standbeelden. De baron en de barones wandelden en zaten hier vaak. En gasten kwamen niet weg zonder een bezoek aan de Copijn-tuin.